Logo Vroege Vogels

Tijd voor de ganzentrek

vv_newsimg_151170.jpg

onze spelregels.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

Onderweg.nu

Onderweg.nu

Bemoedigt mensen met homoseksuele gevoelens die Jezus willen volgen

Leren van de ganzentrek

Nederland kampt al jaren met een overschot aan ganzen. Ook in onze wijk komen we ze tegen en nogal eens zorgen ze voor overlast. Soms versperren hele ganzengezinnen fiets- en wandelpaden. Kom je even te dicht in de buurt, dan blazen ze agressief tegen je. En overal verspreid vind je ganzenpoep.  Toch valt er ook veel van deze vogels te leren. Ganzen maken deel uit van Gods prachtige schepping. En meer dan eens spreekt God door Zijn schepping tot ons, zoals door het gedrag van dieren. Job sprak eens de volgende woorden: Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen, de vogels in de lucht, en zij zullen het je bekendmaken. Of spreek tot de aarde, en zij zal je onderwijzen, de vissen in de zee zullen het je vertellen. Wie weet van al deze dingen niet, dat de hand van de HEERE dit doet? (Job 12:7-9).

Wat we van ganzen zoal kunnen leren, heeft alles te maken met de ganzentrek. Deze vindt plaats in het najaar. Dan trekken de ganzen naar warmere oorden ergens in het zuiden. Je ziet ze dan letterlijk vliegen en altijd in de bekende en opvallende V-formatie. Nog niet eens zo heel lang geleden heeft de wetenschap daarover bijzondere ontdekkingen gedaan. Ontdekkingen waar je, als je er goed over nadenkt, diep van onder de indruk komt.  

trek van ganzen

De V-formatie is een vlieg-patroon van vogels waarbij er een op kop vliegt en de anderen in twee schuine lijnen erachter. Deze manier van vliegen bespaart energie ten opzichte van het achter elkaar vliegen. Als een gans uit de formatie valt, voelt hij plotseling door de luchtweerstand hoe zwaar het is om alleen te vliegen en probeert zo snel mogelijk weer in de formatie terug te komen.

Tijdens het vliegen in V-formatie vliegt er iedere keer een andere gans voorop. Zo wordt de ‘werklast’ gespreid. Is de voorste gans moe of uitgeput, dan neemt een andere de plaats over. Het schijnt zo te zijn dat elke vogel die met zijn vleugels wappert voor een opwaartse kracht zorgt voor de vogel die volgt.

De ganzen die achteraan in de formatie vliegen, moedigen de rest aan met hun ‘Gak, gak, gak!’ als een soort ‘Hou vol, je kunt het!’ oproep. Is een gans gewond, ziek, uitgeput of valt hij uit de formatie, dan word deze naar de grond begeleid door twee andere ganzen. Hij wordt dus niet alleen gelaten. Er wordt vervolgens gewacht tot de vogel is aangesterkt (of sterft) en dan vliegen ze met een volgende formatie verder of proberen ze hun eigen formatie in te halen.

Ganzen lijken te begrijpen wat koning Salomo bedoelde toen hij schreef dat samen zwoegen en samen de schouders eronder zetten beter is dan alleen voorop te gaan: Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. Prediker 4:9-10

Voor mensen is het bijzonder moeilijk, misschien wel onmogelijk, om zonder mensen om je heen te leven. Dat geldt ook voor christenen: het is erg moeilijk om te geloven zonder dat medegelovigen deel uitmaken van je leven. Dit geldt temeer voor gelovigen die homo- of transgevoelens hebben en in harmonie met  God en Zijn Woord willen leven, die ervoor gekozen hebben geen relatie met iemand van hetzelfde geslacht aan te gaan of naar hun biologische geslacht te leven. De weg die zij gaan is een moeilijke. Hoe belangrijk zijn dan mensen om je heen die je steunen in je keus, die achter je staan en er voor je willen zijn. En eveneens belangrijk zijn mensen die dezelfde weg gaan als jij, die begrijpen wat je doormaakt.  Kortom, relaties zijn onontbeerlijk!

trek van ganzen

Ganzen leren ons dat het samen optrekken en onderweg zijn de weg minder zwaar maakt. Ze laten zien dat het belangrijk is om in de buurt te blijven van hen die dezelfde richting opgaan en hetzelfde doel hebben. Net als bij de ganzen komen we dan sneller en makkelijker waar we willen zijn dan hen die het alleen proberen te doen. Ook belangrijk is het bij elkaar blijven om elkaar te helpen en te beschermen. Is een van ons gewond, gaat hij of zij door een moeilijke tijd of is er wellicht een terugval in oude zondige patronen, wees dan bereid om er voor deze persoon te zijn, net als die twee ganzen die bij die ene zwakke gans blijven totdat deze is hersteld.  

En dan de ganzen die achteraan in de formatie vliegen. Zij moedigen de rest aan met hun ‘Gak, gak, gak!’ ofwel hun ‘Hou vol, je kunt het!’ oproep. Ook wij mogen elkaar aan- en bemoedigen. En dat kan zoveel vormen hebben. Bijvoorbeeld door onderling appcontact of een belletje, een kaartje of persoonlijk bezoek. Maar daarnaast ook door deel uit te maken van een fijne betrokken kerkelijke gemeente én van een Bijbelkring (‘gemeente in het klein’). Wellicht kan ook een supportgroep (https://www.onderweg.nu/supportgroepen/) tot zegen zijn.

trek van ganzen

God heeft ons aan elkaar gegeven. We hoeven het niet alleen te doen. Sterker nog, we kunnen het niet alleen doen. We hebben elkaar nodig. Paulus spreekt erover in 1 Korinthe 12:12-31. Een lichaam bestaat uit allerlei verschillende onderdelen die los van elkaar niks kunnen. Je voeten ondersteunen de rest van je lichaam als je staat. Je handen helpen je lichaam zich te wassen. Je ogen helpen je lichaam de wereld te verkennen. En ga zo maar verder. Het lichaam is één groot samenwerkingsverband. Zo heeft God het bedoeld!

Wat ook zo bijzonder is: ganzen volgen bij hun trek naar het zuiden de zon. En net zoals de ganzen de zon volgen, zo volgen wij samen de Zoon. Hoe mooi is het dat Hij, onze Here Jezus, ook wel ‘Zon der gerechtigheid’ wordt genoemd (Mal. 4:2). Op die Zon mogen wij onze focus richten en Hem volgen.

Tot slot, als je dit najaar een vlucht ganzen ziet, neem dan even de tijd om ze te bestuderen. Laat je je erdoor inspireren en breng dank aan je Schepper. Een gezegende Reis gewenst!

Vind ik leuk:

  • Informatie over jagen
  • Grauwe gans

Ganzenbejaging

trek van ganzen

Aangezien de ganzenjacht nagenoeg altijd plaatsvindt langs het water, is een hond van essentieel belang. Je moet kunnen vertrouwen op het functioneren en het doorpakken van de hond op de juiste momenten. Heb je zelf geen goede hond en overweeg je om een voorjager met zijn hond uit te nodigen, dan is de rustperiode in de ganzenjacht, van maart tot half juni,  een geschikte tijd om ongedwongen kennis te maken en  hen in het jachtveld aan het werk te zien.

Omgeving en omwonenden

Ganzenbejaging is noodzakelijk, maar houd rekening met de omwonenden.  Als je in het weekend vroeg wilt jagen, maak dat dan van tevoren aan de bewoners duidelijk.  Vooral in gebieden waar dicht op de bebouwing wordt gejaagd. Bij het pachten van een nieuw jachtveld is het slim om  huis aan huis een brief te bezorgen (inclusief contactgegevens), waarin je nut en noodzaak van ganzenbejaging in de vroege ochtend toelicht.

Werken met lokkers

Voor we aan de slag gaan met de lokstal, moeten we wel eerst beseffen wat een lokstal is en doet. Met de lokstal zetten we een groep ganzen neer in het veld. Soms komen de ganzen uit nieuwsgierigheid kijken en vaak omdat ze honger hebben. Het belangrijkste wat we met de lokstal suggereren is: veiligheid en voedsel. Als rondvliegende ganzen soortgenoten op het land zien staan, betekent dat voor hen veiligheid en voedsel. Vandaar dat ganzen met behulp van de lokstal goed binnen schot zijn te brengen. Ze zullen lang niet altijd tussen de lokkers proberen te landen, maar vaak wel hun argwaan verliezen en op beperkte hoogte over de lokkers vliegen.  Jagen met de lokstal is eigenlijk de enige manier om op een nette manier flinke aantallen ganzen te schieten.

Een lokstal bouwen

Eerst moeten we vaststellen om welke soorten ganzen het overwegend gaat en daar onze lokkers op afstemmen. Verschillende soorten lokkers kunnen door elkaar, dan wel naast elkaar, worden gebruikt., maar we willen wel een zo realistisch mogelijk beeld neerzetten. Dus als we een veld hebben met voornamelijk Canadese ganzen , dan heeft het weinig zin om een lokstal van grauwen en kollen neer te zetten. Zoek een plek uit met lage begroeiing, zodat de lokkers goed afsteken tegen de ondergrond.

We zetten zo’n 30 – 40 lokkers ruim weg. In de natuur  staan de ganzen meestal vrij ruim uit elkaar en vaak in tweetallen, dat bootsen we dus na. Eventueel kunnen we een lokfluit gebruiken om extra aandacht op onze lokstal te vestigen.

Tip: neem één of meerdere witte lokkers op in het lokbeeld.

Aangeschoten ganzen

Vanwege zijn lichaamsbouw en gedrag is de gans een moeilijke  diersoort om te bejagen. Bedenk dat ganzen grote vogels zijn. Dit maakt het  inschatten van hoogte en snelheid lastig. Met een paar tips en gedragsregels is het aanschieten van ganzen te voorkomen en het binnenhalen van aangeschoten dieren te optimaliseren.

De winterperiode

Het verschilt per provincie, maar aan het eind van de herfst lopen de ontheffingen voor ganzenbejaging met lokkers af en werken we  met ontheffingen voor schadebestrijding. Dat betekent niet alleen dat de doelstelling van de bejaging verandert, maar ook dat de lokmiddelen om bejaging effectief te maken vervallen. De uitdaging om ganzen op een nette manier te schieten, wordt groter. We zijn hoofdzakelijk bezig met bejagen om te verjagen, alleen bij de exoten gaat het in de winter ook om de aantallen. De overzomerende ganzen zijn er in de winter natuurlijk ook, hetgeen het onderscheid tussen zomer- en winterganzen soms wat gekunsteld maakt. Het gebeurt zeer regelmatig dat er ’s winters twee uiteenlopende formaten grauwe ganzen op het tableau liggen, de ranke overwinteraar en de weldoorvoede zomergans.

Onder invloed van het klimaat komen er veel ganzen uit het noorden naar Nederland. Het gaat dan voornamelijk om de grauwe gans, kol- en brandgans. In sommige streken komen ook andere soorten in aanzienlijke aantallen voor, zoals rot- en rietganzen. Voor de winterganzen heeft Nederland een internationale verplichting tot instandhouding van de populaties. Dit houdt in Nederland opvang moet bieden aan wintergasten. Voor sommige soorten geldt dat een groot deel van de populatie in ons land verblijft. Voor deze soorten zijn natuur- en vogelrichtlijngebieden aangewezen als rust- en foerageergebied in de winter. Ook is er een Europese afspraak om mee te werken aan ‘flyway-management’: alle landen op de trekroute van schadeveroorzakende ganzen moeten meewerken aan de bejaging van de betreffende soorten.

Schadebestrijding

Op de winterdag staan er minder schadegevoelige, hoogwaardige gewassen op het land dan in de zomerperiode, de meeste oogst is van het land. Toch is daarmee het schadeprobleem niet van de baan. Het punt is dat er veel ganzen zijn en dat de plekken waar ze schade kunnen veroorzaken nagenoeg onuitputtelijk zijn. Voor de ganzen is overal voedsel te vinden, zowel op graslanden als op percelen met wintergranen. Omdat jagers ‘s winters geen lokmiddelen mogen gebruiken, wordt bejaging minder effectief. In de winter is het dan ook van belang  om de echte trek van de ganzen bij de percelen weg te houden. Een paar ganzen op een perceel is niet erg, maar door de aantrekkende werking van op het land staande ganzen kunnen de aantallen snel oplopen. Dan is het zaak voor de jager om regelmatig het veld in te gaan en een aantal ganzen te schieten. Zo wordt voorkomen dat bepaalde percelen dag na dag vol ganzen zitten en er schade ontstaat. Ook kunnen er onder bepaalde voorwaarden werende middelen worden ingezet om de ganzen weg te houden.

Cookie voorkeuren

De websites van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging gebruiken cookies en/of vergelijkbare technieken van onszelf en van derden om onze websites te analyseren en optimaal te laten functioneren en om onze informatievoorziening te verbeteren. U kunt instellen of u alle cookies accepteert of enkel de essentiële cookies die nodig zijn om de website goed te laten functioneren.

Bekijk de cookie details

Maak optimaal gebruik van onze website met alle functionaliteiten en relevante informatie. Er worden naast functionele cookies ook geanonimiseerde analytische cookies geplaatst.

Voor een website met alle basisfuncties zodat de website naar behoren werkt. Er worden geen analytische cookies geplaatst.

Voor een website zonder cookies zodat de website naar behoren werkt.

Cookies op de websites van de Jagersvereniging

Met cookies worden ook andere technologieën bedoeld, zoals tags, LocalStorage beacons en scripts.

Anonieme analytische cookies (Basis)

Mapbox.eventdata.uuid.

Lokaal opgeslagen data om het correct laden van kaarten op de sites mogelijk te maken

mapbox.eventData:pk

Personalisatie en ads (optimaal).

Deze cookie wordt gebruikt om unieke websitebezoekers te onderscheiden en in Google Analytics te kunnen analyseren middels een klant-ID.

Deze cookie wordt gebruikt om websitebezoekers te onderscheiden in Google Analytics.

Om (geanonimiseerd) websitebezoek te meten en analyseren.

trek van ganzen

Grauwe gans

Grauwe-gans

De grauwe gans is een grote grijze watervogel met roze poten. Hij heeft zwarte vlekjes op de buik. De kop is lichtgrijs, de voorvleugel is grijswit. De snavel kan roze (oostelijke ondersoort, Anser anser rubirostris) of oranje (westelijke ondersoort, Anser anser anser) zijn.

Het is een herbivoor. Het is een zogenaamde deeltrekker. Sommige vogels trekken weg, sommige blijven in het broedgebied en in Nederland komen ’s winters grauwe ganzen uit Noord-Europa.

Ecologische waarde

Tijdens de rui waarin de gans niet vliegen kan, zoekt de gans een goed heenkomen in rietlanden. Ze kunnen dan zo veel riet (vooral de wortelstokken van het riet) consumeren dat de verlanding door riet wordt tegengegaan. De Oostvaardersplassen waren in eerste instantie vooral gedacht als ganzenreservaat.

grauwe-gans

Voorkomen en trend landelijk:

Sterk toegenomen broedvogel van moeras- en watergebieden in geheel Nederland.

Trekvogels komen voor vanaf augustus tot en met maart; wintergast in grote aantallen. Trek naar ruigebieden (Flevoland, Friese IJsselmeerkust) gedurende de zomer (mei, juni, juli) van dieren o.a. uit Scandinavië Duitsland, Polen.

Het aantal broedende Grauwe Ganzen is in de afgelopen 20 jaar sterk toegenomen in Nederland en heeft onder andere geleid tot schade aan landbouwgewassen. De toenemende landbouwschade is aanleiding geweest voor de drie Limburgse Faunabeheereenheden om te starten met het beheren van de broedpopulatie in de provincie Limburg. Over de te verwachte effecten van beheerscenario’s op de populatie- en landbouwschadeontwikkeling was echter weinig bekend door het ontbreken van kennis over de populatiebiologie en de aantalontwikkeling in Limburg. Hierdoor was het moeilijk om een passend beheer uit te voeren waarbij de duurzame instandhouding van de populatie niet in gevaar komt en belangrijke landbouwschade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Overzomerende ganzen in Nederland

Het aantal in Nederland broedende en daarmee overzomerende ganzen is de laatste jaren snel toegenomen.

De meeste broedende ganzen worden gevonden in de provincies Gelderland, Noord – en Zuid-Holland en Zeeland. Dit leidt tot conflicten met de landbouw en met natuurdoelstellingen binnen het natuurbeheer. De schade aan de landbouw wordt niet alleen veroorzaakt doordat deze dieren gras eten. Ook worden graslanden ongeschikt voor vee door de grote hoeveelheden ontlasting van ganzen. Onder natte omstandigheden verslempen graslanden en akkerpercelen waardoor gewassen minder snel groeien.

ganzen-aan-de-beek

Vooral wanneer landbouwgronden gelegen zijn rond de broedgebieden is er een potentieel risico voor schade aan de landbouw. Als de eieren zijn uitgebroed, zoeken de paren met hun jongen vooral graslandpercelen op die grenzen aan open water. Het korte eiwitrijke gras is van cruciaal belang bij de groei van de jongen. Paren die hun jongen groot willen brengen in gebieden met ruige grasvegetaties hebben over het algemeen niet meer dan twee tot drie vliegvlugge jongen. Paren die in gunstige omstandigheden leven met veel kort, liefst goed bemest gras, brengen meer dan vijf vliegvlugge jongen groot.

Buiten de broedvogels zijn er ook vogels die (nog) niet broeden die schade aanrichten. Het gaat om jonge nog niet broedrijpe vogels en oudere (alleenstaande) vogels en tevens vogels waarvan het broedsel in een vroeg stadium mislukt is. Deze groep zogenaamde “zwervers” veroorzaakt de meeste overlast en schade omdat ze gedurende het gehele groeiseizoen van de gewassen op de landerijen komen.

Voorkomen en trend Limburg:

De grauwe gans heeft zich sinds 1995 gevestigd als standwild in het beheergebied van onze wildbeheereenheid, eerst waren dat maar 2 koppels, die inmiddels zijn uitgegroeid tot zo’n 30 koppels welk hun broedplaatsen hebben op de noordelijke grens van het beheergebied van de Wildbeheereenheid “Susteren/Graetheide” namelijk in het Natuurgebied “de Doordt”, zij foerageren dan geregeld in het beheergebied.

Jaarlijks wordt op één dag in het voorjaar en één dag in de zomer een telling georganiseerd door de FBE Limburg over geheel Limburg. In de onderstaande tabel zijn de resultaten tussen 2010 en 2019 weergegeven. Naast de Limburgse populatie Grauwe Ganzen bevinden zich in de zomerperiode ook Grauwe Ganzen in Kreis Viersen (Duitsland) en Belgisch Limburg. Deze individuen worden beschouwd als behorend bij dezelfde groep die in de Maasplassenregio verblijft: de Maasplassenpopulatie. Daarom worden ook deze locaties meegenomen in de tellingen in het kader van de monitoring.”

In de winter neemt de stand van de ganzen ( grauwe gans, kleine- en grote rietgans) enorm toe tot elke duizenden stuks. Tot nu toe hebben zich in ons beheergebied nog geen of nauwelijks noembare schade voorgedaan in het beheergebied van onze WBE. Maar door de grote aantallen die elk jaar toenemen en de toename van graanpercelen, zal ook het risico op schade toenemen.

Kenmerken populatie Grauwe Gans in Limburg

De populatie stamt af van een klein aantal geïntroduceerde vogels in 1977 in Duitsland.

De Limburgse populatie vormt samen met de populatie in Kreis Viersen en Belgisch Limburg één populatie, de ‘Maasdalpopulatie’. Waarschijnlijk is het merendeel van de populatie standvogel. Na het broedseizoen vindt er uitwisseling plaats tussen de deelpopulaties van de Maasdalpopulaties om te ruien of te foerageren, waarbij het Limburgse Maasdal centraal staat.

Naar schatting 60% van de aantallen in de najaar/ winter zijn afkomstig uit de Limburgse populatie, 30% van de aantallen uit Belgisch-Limburg en Kreis Viersen en 10% zijn Scandinavische Grauwe Ganzen (P.Voskamp 2006). De hoogste concentratie broeders is gevestigd in het Maasplassengebied, waar in hoge aantallen hoofdzakelijk koloniegewijs wordt gebroed. De broedparen in het Maasplassengebied concentreren zich sterk op slechts enkele geschikte broedplekken (strekdammen en eilanden).

In het noorden van Limburg nemen de broedparen nog steeds toe. Natuurherstelprojecten in de vennen en heidegebieden hebben voor een toername van voor de Grauwe Gans geschikt leefgebied gezorgd. In het zuiden geldt dit ook voor de nieuwe ontgrindingsplassen, hoewel hier minder broedparen zitten

De kuikens groeien op in de directe omgeving van de broedlocatie, bij voorkeur in de directe omgeving van water en kort grasland. á Langs de Maas bevinden zich op Limburgs grondgebied drie belangrijke ruiplaatsen (Molengriend, Asseltse plas, Osen) en een aantal in België en Duitsland.

Het totale aantal ganzen in het stroomgebied van de Maas en omliggende gebieden (ook in België en Duitsland) is naar schatting 20.000, waarvan naar schatting 7.500 ganzen actief deelnemen aan de reproductie.

De tendens lijkt te zijn dat de broedgroepen zich verkleinen en verplaatsen naar plekken waar zij minder verstoord worden door mensen en dierlijke predatoren. Op de grote strekdammen waar eerst gebroed werd, is een teruggang van aantallen nesten en eieren geconstateerd.

Het broedsucces werd door de Provincie Limburg gemonitoord, en is de afgelopen jaren gelijk gebleven (Witteveen & Bos, 2007). Wel is er een verschuiving zichtbaar van de grote groepen naar meer verspreide groepen broedende dieren.

Een Grauwe Gans is een echte vegetariër. Een gans eet gemiddeld 500 gram vers gras per dag (Teixeira 1979). In de winter vormen opgegraven knollen en zetmeelrijke ondergrondse wortel- en stengeldelen van diverse plantensoorten, zoals zeebies, zeeaster, riet en lisdodde, een belangrijke voedselbron. Daarnaast worden grassen, wintergraan en blad van kwelderplanten gegeten (Schekkerman et al., 2000).

grauwe-ganzen-op-het-land

Broedbiologie:

De broedtijd van de Grauwe Gans in Nederland vindt plaats van eind februari tot begin mei. Grauwe Ganzen broeden in gebieden met een dichte vegetatie en waar mogelijk op een eiland of op locaties die moeilijk bereikbaar zijn voor predatoren. Waar zulke veilige plekken schaars zijn wordt vaak in kolonievorm gebroed (Teixeira, 1979). Het nest wordt gemaakt van plantenmateriaal of afval dat in de omgeving aanwezig is. De kom van het nest wordt bedekt met donsveren. Bij het verlaten van het nest wordt het nest toegedekt met donsveren. In een gebied waar nestmateriaal nagenoeg ontbreekt wordt in een kuiltje op de grond gebroed (Hustings et al., 1985). Dagelijks wordt er één ei gelegd. In West-Europa bevat een nest meestal 5-7 eieren, de in Nederland gevonden waarden zijn

broedende-grauwe-gans

gemiddeld 5,9. Naar het noorden toe neemt de legselgrootte iets af (Schekkerman et al., 2000). De broedduur bedraagt 27-28 dagen (Cramp & Simmons, 1977).

Grauwe Ganzen leggen eerst bijna al hun eieren (vaak op 1 of 2 na) en gaan dan pas broeden, zodat vrijwel alle eieren gelijktijdig uitkomen (Voslamber, 2005, persoonlijke communicatie). Uitgaande van gemiddeld 6 eieren per nest, het leggen van één ei per dag en een broedtijd van 28 dagen is de totale ligduur van het eerste ei 34 dagen. Als het wijfje op de eieren zit, blijft het mannetje, gent of ganzerik genaamd, altijd in de buurt, om bij het alarm van het wijfje toe te snellen (Vera, 1998). Wanneer het nest wordt verstoord voordat ze gaan broeden of als ze nog maar net broeden, is de kans op een tweede poging aanwezig (Voslamber, 2005, persoonlijke communicatie). Kuikens worden geboren tussen eind maart en begin juni (Schekkerman et al., 2000). Ganzen blijven trouw aan hun partner en broedgebied. Vrouwelijke ganzen trekken veelal terug naar het gebied waar ze geboren zijn, terwijl mannelijke exemplaren iets vaker naar een ander gebied trekken. Volgens Schekkerman et al. (2000) kan dit gebeuren doordat zij in de winter paren met een uit een ander gebied afkomstige gans.

grauwe-gans-met-pullen-1

Predatoren:

vos met gevangen nog levende grauwe gans

Trekgedrag:

Seizoenstrek In Europa worden verschillende populaties Grauwe Ganzen onderscheiden, die elk een eigen broed- en overwinteringgebied kennen, en waartussen weinig uitwisseling van vogels plaatsvindt. De Nederlandse populatie bestaat zowel uit stand- als trekvogels en vormt samen met de Duitse, Poolse en Scandinavische Grauwe Ganzen één populatie. Ze overwinteren in meerderheid in Nederland en Zuidwest-Europa.

Ruitrek (zomer)

Evenals vele andere watervogels verzamelen Grauwe Ganzen zich in de zomer op speciale ruiplaatsen om de slagpenrui door te maken. Ganzen ruien al hun slagpennen tegelijk waardoor ze erg kwetsbaar zijn voor predatoren. Rond half mei verschijnen de eerste trekkende Grauwe Ganzen. Deze ruiers in spé zijn in het noordoosten van het land, op weg naar o.a. de Oostvaardersplassen een opvallend verschijnsel. Kleinere aantallen worden gezien in minder belangrijke ruigebieden. Gebieden die de combinatie van rust, veiligheid (water) en voldoende voedsel kunnen bieden worden in deze ruiperiode gebruikt. In de jaren tachtig groeide de Oostvaardersplassen uit tot de grootste ruiconcentratie in West-Europa, met een maximum van 62.000 Grauwe Ganzen in 1992 (Dubbeldam & Zijlstra, 1996). Volgens aflezingen van gemerkte vogels gaat het vooral om ganzen van oostelijke origine, zoals het oostelijk deel van Duitsland, Polen, Tsjechië en Oostenrijk (Zijlstra et al., 1991). Recent nemen de aantallen ruiers in de Oostvaardersplassen af. Daarbij speelt de ontwikkeling van het eiland Saltholm, in de Øresund tussen Denemarken en Zweden als nieuwe ruiplaats mogelijk een belangrijke rol (Koffijberg et al., 1997). In 1994 ruiden hier 9.100 vogels, voornamelijk afkomstig van Zweedse en Deense broedgebieden (Fox et al., 1995). De rui vindt plaats van mei tot en met juli.

Najaar (winter) trek:

Half augustus begint de najaarstrek met de binnenkomst van ganzen in Noord-Nederland. Uit onderzoek met halsbanden is gebleken dat het hier vrijwel uitsluitend om Noorse vogels gaat. In de eerste helft van oktober nemen de aantallen in Nederland snel toe.

trekkende-winterganzen

Vanaf 1990 zit daar ongeveer 50% van de januari-aantallen. Volgens Koffijberg (2003) domineren de eigen broedvogels in september steeds meer, en daalt het aantal noordelijke vogels, met name die uit Noorwegen. Een uitwerking van ringgegevens van Leif Nilsson, Hakon Persson en Arne Follestad bevestigt deze trend. Niet alleen de Noorse vogels, ook die uit Zweden arriveren steeds later in het najaar in Nederland. De Noren blijven steeds langer in Noorwegen/Denemarken pleisteren, terwijl de Zweedse vogels de bietenresten als voedselbron in Zweden hebben ontdekt, en daar nu tot laat in het najaar van de bietenoogst profiteren. Een belangrijk deel van deze vogels overwintert ook niet meer in Zuid-Spanje, maar blijft de winter over in het Deltagebied (Koffijberg, 2003).

Voorjaarstrek:

Rond half februari begint de voorjaarstrek. De sterkste passage vindt eind februari en begin maart plaats, vooral over de regio’s westelijk Noord-Brabant, Utrecht, Flevoland, Friesland en Groningen. De trek houdt hieraan tot eind maart (Witkamp, 2002). De terugkeer naar de broedgebieden wordt als eerste ingezet door de vogels uit het oostelijk deel van Duitsland en Zweden (en waarschijnlijk ook Denemarken), vervolgens die uit Noorwegen. De laatste groepen vertrekken pas in de tweede helft van april (Koffijberg et al.,1997).

Oorzaken toename schade en overlast ganzen.

toenemende overlast en schade van ganzen loopt parallel aan de explosieve groei van de ganzenpopulaties. Het toenemende eiwitrijke voedselaanbod in de landbouw en de talrijke waterrijke rust- en broedgebieden in ons land gecombineerd met de beschermingsmaatregelen voor ganzen zijn belangrijke oorzaken voor de toename van het aantal ganzen in ons land.

De volgende maatregelen (niet uitputtend) beperken momenteel het effectief bestrijden van ganzenschade:

  • Beperkte ontheffingen voor het beheer van de ganzen. (Het opnemen van niet noodzakelijke beperkingen in provinciale ontheffingen en vrijstellingen, zoals onnodige tijdsbeperkingen, het verbod van lokfluit en lokkers, eisen gebruik wildwerende middelen, onnodige beperkingen in ganzensoorten die mogen worden verjaagd met ondersteunend afschot, onnodig arbeidsintensieve administratieve eisen etc).
  • Het niet (laten) beheren van standganzen door terreinbeherende organisaties (TBO’s) in gebieden vallende onder de vogel- en habitatrichtlijnen. In het overgrote deel van de natuurgebieden, die niet onder dit regime vallen, maken de terreinbeherende organisaties ons inziens onvoldoende gebruik van ontheffingen, waardoor in de natuurgebieden levende populaties aanzienlijk groeien.
  • Het verder ontwikkelen van nieuwe ‘natte natuur’ in kwetsbare agrarische gebieden, waardoor nieuwe broed- en rustgelegenheid voor ganzen worden gecreëerd.
  • Het beschermen van ganzenpopulaties in natte natuurgebieden zonder voldoende foerageermogelijkheid in het gebied zelf aan te leggen, waardoor ganzen noodgedwongen ‘de boer op gaan’.
  • De indruk bestaat dat soms provincies maar zeker de TBO’s terughoudend zijn met het verlenen van ontheffingen of toestemmingen grondgebruiker voor schadebestrijding, omdat het vergoeden van de ganzenschade niet ten laste komt van de provinciale middelen of dat de TBO’s zich niet verantwoordelijk voelen.
  • Het handhaven van bepaalde voor ganzen onaantrekkelijke maar kostbare foerageergebieden, waardoor fondsen voor nieuwe aaneengesloten (zonder witte vlekken) opvanggebieden elders verloren gaan.
  • Het ontbreken van een gecoördineerde aanpak van alle betrokken partijen.

Persoonlijkheid van ganzen bepaalt foerageergedrag

Grauwe-gans-wikimedia

De onderzoekers van Wageningen Universiteit en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) bepaalden de persoonlijkheid van de brandganzen door te kijken hoe ze reageren op een voor hen onbekend voorwerp, zoals een stuk tapijt. Sommige ganzen blijken direct en zonder angst (‘dapper’) toe te stappen op het voorwerp, terwijl andere ganzen juist langzaam en omzichtig (‘verlegen’) het onbekende voorwerp bejegenen.

Om te achterhalen of en hoe brandganzen sociale informatie gebruiken zette het onderzoeksteam een experiment op. Zowel ‘dappere’ als ‘verlegen’ ganzen kregen ieder afzonderlijk de gelegenheid om gedurende anderhalve minuut te kijken naar twee groepjes brandganzen. De ene groep ganzen kreeg geen voedsel aangeboden, de andere groep wel. Door het verschil in voedselaanbod was het gedrag van deze groepjes ganzen verschillend. Dit gedragsverschil, zichtbaar voor de toekijkende gans, is een bron van sociale informatie over het voedselaanbod. De gans mocht na een periode van toekijken beslissen naar welke groep het dier toe ging. Daarbij kon de gans alleen voedsel vinden aan die zijde waar de geobserveerde ganzen voedsel hadden gekregen.

Persoonlijkheid

Het blijkt dat alleen de verlegen dieren zich voegen bij de groep die aan het eten is, terwijl de dappere dieren de sociale informatie negeren en zelf op onderzoek uitgaan. De persoonlijkheid van de ganzen is doorslaggevend of ganzen wel of niet gebruikmaken van sociale informatie. In een vervolgexperiment testten de onderzoekers of de verlegen ganzen gebruik blijven maken van de informatie als die niet meer klopt. Wederom waren er twee groepjes, met en zonder voedsel. Deze keer echter was het voedsel voor de toekijkende gans te vinden aan de kant waar de ganzen geen eten hadden gekregen.

Informatie genegeerd

De onderzoekers zagen hoe de ganzen zich de eerste paar keren bij de groep voegden die ze zagen eten. Na een aantal keren besloten de ganzen om dit niet meer te doen omdat de sociale informatie die de geobserveerde ganzen leverden niet meer klopte met de locatie van het voedsel. De verlegen ganzen leerden dus dat de sociale informatie niet meer klopte en besloten om deze informatie niet meer te volgen bij het kiezen van een groep. De dappere ganzen gebruikten de informatie sowieso niet en lieten zich dan ook niet foppen door verkeerde informatie.

Rol bij verspreiding van populaties

De gedragsstudie toont aan dat persoonlijkheid een belangrijke rol speelt in het gebruik van sociale informatie. Dit heeft gevolgen voor de ruimtelijke verspreiding van populaties in soorten waarbij het gebruik van sociale informatie een rol speelt, zoals bij het kiezen van een landingsplek. Tot nu toe wordt er namelijk van uit gegaan dat elk individu een gelijke kans heeft om gebruik te maken van informatie van soortgenoten. De Wageningse studie toont aan dat persoonlijkheid een rol speelt bij het gebruik van deze informatie en dus voor de ruimtelijke verspreiding van verschillende persoonlijkheden in een populatie.

(bron: Wageningen UR, 19/05/2010)

Instandhouding/ontwikkeling:

De Grauwe Gans neemt vermoedelijk in de nabije toekomst verder toe. De Grauwe Gans wordt gerekend de ‘weinig kwetsbare soorten. Het broeden in natuurgebieden vervult een belangrijke rol in die levensgemeenschappen doordat de ganzen het gebied open houden.

Status in Nederland:

  • Beschermde inheemse diersoort.
  • Geplaatst op de provinciale vrijstellingslijst in bepaalde provincies voor grondgebruikers voor opzettelijk verontrusten in de gehele provincie op schadegevoelige percelen, met uitzondering van gebieden waarvoor een gedoogovereenkomst is afgesloten.

Schadebeeld:

Schadepreventie : Alle mogelijke middelen volgens Handreiking Faunaschade van Faunafonds.

Schadebeperkende maatregelen

De mate waarin verschillende maatregelen effectief zijn, hangt sterk af van de situatie waarin ze worden toegepast. Daarnaast zijn niet alle maatregelen overal even goed toepasbaar en mogen de bijeffecten van de maatregelen niet te grote gevolgen hebben voor andere natuurdoelstellingen in een gebied. Bijvoorbeeld het ongeschikt maken van opgroeigebieden door het laten fluctueren van de waterstand of het maaien van riet moet wel gebeuren zonder nadelige gevolgen voor andere broedvogels. Het is dus aan de provincies en faunabeheereenheden om per gebied de optimale combinatie van maatregelen te treffen. De hier gepresenteerde beschrijving van de maatregelen en de daarbij gepresenteerde algemeenheden dienen als hulpmiddel tijdens de discussie over de te hanteren aanpak in een gebied. De uiteindelijke keuze voor maatregelen ligt echter bij de provincies en faunabeheereenheden.

Afschot kan op twee manieren plaats vinden.

Op de schadepercelen dient altijd afschot mogelijk te zijn als ondersteuning van verjaging en weren. Zoals hierboven aangegeven is het daarbij wel van belang dat de ganzen ergens anders heen kunnen om te foerageren.

Afschot op gevoelige percelen, bijvoorbeeld in combinatie met opvanggebieden voor niet-broedende vogels kan het lerend vermogen van de ganzen aanspreken. Daarnaast kan afschot als middel worden ingezet om de populatie te verkleinen.

Afschot van ganzen als populatiebeperkende maatregel is alleen effectief indien een groot aandeel van de populatie jaarlijks wordt geschoten. In grote populaties blijkt afschot tot op heden nauwelijks enig resultaat op te leveren. In kleinere populaties en bij nieuwe vestigingen is het effect van afschot groter, mits dit op een intensieve en consequente manier uitgevoerd wordt.

Vangen-brandganzen

Het vangen en afmaken van ruiende ganzen is voor sommige soorten een doelgerichte methode om populaties te verkleinen, deze methode kan met name uitkomst bieden in situaties waarin met alleen afschot niet de benodigde aantallen ganzen geschoten kunnen worden. Soepganzen, Canadese ganzen en brandganzen (buiten de kerngebieden) kunnen gemakkelijk worden gevangen. Grauwe ganzen echter laten zich veel moeilijker bijeen drijven. Het verplaatsen van ganzen wordt met klem afgeraden omdat dit het probleem letterlijk verplaatst en tot uitbreiding van de populatie kan leiden. Bovendien is het weinig effectief omdat veel volwassen vogels het volgende broedseizoen zullen terugkeren naar de oorspronkelijke plaats.

Het rapen, schudden, prikken of anderszins onklaar maken van eieren is zelden effectief in grote populaties vanwege dichtheidsafhankelijke regulatie. Omdat nooit alle nesten worden gevonden komt een deel van de eieren toch uit en bereikt het overgrote deel van deze kuikens de vliegvlugge leeftijd. Deze vorm van populatiebeperking wordt daarom sterk afgeraden in grote populaties. De maatregel is wel toepasbaar in kleine, geïsoleerde populaties en bij nieuwe vestigingen. In kleine populaties dient dit echter altijd te geschieden in combinatie met duurzame methoden zoals bijvoorbeeld beheer van opgroeigebieden, afrastering en opvanggebieden voor niet-broedvogels. Op zichzelf biedt de maatregel op de lange termijn geen soelaas omdat ze altijd dient te worden volgehouden. Als “duwtje in de rug” kan het wel lonend zijn in populaties waar ook andere maatregelen worden toegepast. Waar nieuwe vestigingen van ganzen worden geconstateerd in gebieden waar dit ongewenst is, kunnen de eieren van alle gevonden nesten worden geraapt om zo vestiging tegen te gaan. Bij de grauwe gans echter is de Nederlandse populatie dermate groot dat op de lange duur nieuwe vestigingen in potentieel geschikte gebieden moeilijk kunnen worden voorkomen. In deze gebieden dient daarom al vroeg rekening te worden gehouden met broedende ganzen.

grauwe-gans-met-pullen-1

De hoeveelheid en de kwaliteit van het voedsel bepaalt hoeveel jongen uiteindelijk groot zullen worden. Dat bepaalt op zijn beurt de groeisnelheid en de uiteindelijke omvang van de populatie. Ingrijpen in het opgroeigebied betekent daarom ingrijpen in de populatieomvang.

cf2d459240381aa08a8413f9f89c8805-635x358

Er bestaan veel methoden om groepen foeragerende ganzen van de schadegevoelige percelen te verjagen of te weren. Nieuwe methoden worden continu verzonnen, omdat de bekende verjaagmethoden snel tot gewenning leiden, hetgeen met name geldt voor vlaggen en linten. Een uitgebreide lijst met mogelijke verjaagmethoden wordt beschreven in het handreiking faunaschade van het Faunafonds 2009. Ganzen wennen echter snel aan werende middelen zodra ze begrijpen dat deze niet bedreigend zijn. Verjagen en weren is daarom vrijwel uitsluitend effectief in combinatie met afschot. Verjagen en weren zonder een goed alternatief waar de ganzen naar kunnen uitwijken is vrijwel zinloos. Verjaging is met name zinvol in combinatie met de beschikbaarheid van voldoende rust en voedsel op plaatsen waar geen schade optreedt.

Preventieve maatregelen t.b.v Ganzen 

  • Vogelverschrikkers
  • Knalapparaten
  • Holografische strips,
  • Opblaasbare vogelverschrikkers (“scaryman”)
  • Het produceren van geluiden als angstkreten
  • Nabootsing roofvogels,
  • Regelmatige verontrusting (verjaging/verstoringen,het actief verjagen van groepen ganzen door het veld in te rennen of te rijden)
  • Vogelafweerpistool
  • Spannen draden
  • Het gebruik van laserlichtstralen
  • Regulering d.m.v. afschot,
  • Schudden eieren
  • Koppelvormende paren in februari bejagen
  • In de ruiperiode vangen en vergassen, waarna deze voor de consumptie gebruikt worden.

Aanleiding bestrijding:

het voorkomen van landbouwschade en schade aan de fauna in de natuurgebieden en de veiligheid van het vliegverkeer vooral rond de vliegvelden zoals Schiphol.

De grondgebruikers dienen dan ook voor de nieuw ingezaaide percelen tarwe en gras voorzorgmaatregelen te nemen, met het plaatsen van stokken met plastic stroken en vlaggen. zie hiervoor de beschermde maatregelen in “Handreiking Faunaschade”

Ontheffingenbeleid provincie Limburg:

Ontheffing op voorhand voor overwinterende ganzen.

De verlening van de ontheffing op voorhand zal plaatsvinden aan de faunabeheereenheid waar in het recente verleden (2000-2002) belangrijke schade door winterganzen is vastgesteld. Dit blijkt uit de gegevens van het Faunafonds die deze gebieden op basis van driecijferig postcodegebieden in kaart heeft gebracht. De WBE’n die deze postcodegebieden binnen hun werkgebied hebben liggen kunnen op voorhand toestemming van de FBE krijgen om deze ontheffing te gebruiken.

Wanneer geen ontheffing op voorhand?

WBE’n die volgens het Faunafonds uit het recente verleden geen belangrijke schadeverleden kennen, krijgen de ontheffing niet op voorhand doorgeschreven. Indien zij onverhoopt worden geconfronteerd met een belangrijke schade aan de genoemde percelen akkerbouwgewassen, vollegronds groenteteelt en/of nieuw ingezaaid grasland kunnen zij dit (terstond) melden bij de FBE en het gebruik van de ontheffing ook aanvragen. De FBE zal dan aan de provincie toestemming vragen om aan deze WBE de ontheffing door te kunnen geven. De provincie kan dan desgewenst eerst een onderzoek instellen naar de noodzaak van deze ontheffing.

Overeenkomst Ganzen 7 en IPO vervallen

Provincies en de natuur- en landbouworganisaties constateren dat de schade aan landbouw en natuur door standganzen in de zomer te groot wordt. De populatie groeit omdat steeds meer ganzen in de zomer niet meer wegtrekken, maar in Nederland blijven broeden. Als er nu niets aan wordt gedaan, dan blijft de schade toenemen. Dit blijkt uit onderzoek van het CLM, een onafhankelijk kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu. Voor alle organisaties was het een akkoord van geven en nemen. Daar staat tegenover dat er nu van een brede landelijke aanpak geen sprake meer is. Nu moet weer op provinciaal niveau het ganzenbeleid worden afgesproken. Belangrijk is dat het IPO toch gaat proberen om het beleid te coördineren om zodoende een zoveel mogelijk op de streek aangepast beleid te krijgen.

Belangrijke uitgangspunten dienen daarbij te zijn, dat er een goede verhouding gaat ontstaan tussen de aanwezige overzomerende en overwinterende populaties en de schade die gaat ontstaan aan zowel de landbouw, aanwezige fauna en de veiligheid van het vliegverkeer.

Concreet zou dit kunnen betekenen dat:

  • het terugdringen van schade tot het acceptabel niveau van 2005, het gehele jaar door dus ook de overwinteraars vanaf 1 jan t/m 15 febr met een ontheffing als maatwerk op perceelniveau;
  • Zo ruim mogelijke vrijstelling of ontheffingen en zolang te stand niet op een acceptabel niveau is dienen alle schade aan de landbouw 100% vergoed te worden, indien er sprake is van een provinciale vrijstelling.
  • het planmatig reduceren van de populatie standganzen tot een acceptabel niveau; en
  • het planmatig wegnemen van populaties exoten en gedomesticeerde ganzen.

Hierdoor zal:

  • op termijn de noodzaak tot populatiereductie voor beheer en schadebestrijding sterk verminderen;
  • het schudden van eieren na 5 jaar niet meer worden toegepast;
  • en wordt voldaan aan de door Nederland aangegane internationale verplichtingen voor trekganzen en in Nederland aanwezige trekganzen.

Beleid voor trekganzen (overwinterende)

  • (Winter)rust voor de overwinteraars van 1 januari t/m 15 februari om zich op te vetten voor de terugreis, daar dit essentieel is voor de duurzame instandhouding van de trekganzenpopulatie.Door het bieden van deze rust voldoen provincies aan de Europeesrechtelijke verplichtingen voor bescherming van deze ganzensoorten.
  • In de winterperiode is, behoudens verjaging met ondersteunend afschot ter bescherming van kwetsbare gewassen, op perceelsniveau toegestaan en zijn verjagingsinspanningen niet verplicht voor het in aanmerking komen voor schadevergoeding. Overjarig grasland wordt voor deze regeling dient ook beschouwd te worden als kwetsbaar gewas.
  • Exoten mogen met alle wettelijk toegestane middelen worden bestreden.
  • Jacht, beheer en schadebestrijding (inclusief exotenbestrijding) toe te staan wanneer de trekganzen niet worden verontrust.
  • Beheer van afzonderlijke niet gemengde populaties standganzen, na besluitvorming in de Fbe (bv het Maasplassenbeheer in Limburg),vast te stellen d.m.v. de voorjaar en zommertellingen, aan de hand van maximale draagkracht getallen voor het gebied.
  • Hoe ziet de toekomstige opvang van niet bedreigde ganzensoorten in de winter er uit?

Wat zijn eigenlijk de afgesproken aantallen op EU niveau voor opvang in de winter ?

( NB: Alle Alle Toendra-, Kleine Riet- & Rotganzen: wegens afname of aantal voor 100% beschermd.) Extra Saldo: Onverplichte opvang 2.551.912 onbedreigde ganzen in Nederland in de winter!! !

Recepten gans

Ganzenborst-filets

Recept-ganzenhaché-door-Liet  of bezoek de website: http://www.clm.nl/publicaties/data/brochureganzenbord.pdf

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.

Foto gemaakt door Fas Vermeulen - Leerdam - Ganzentrek

Daar zijn ze weer: de ganzen

Vanaf november trekken de ganzen met miljoenen tegelijk vanuit bijvoorbeeld het noorden van Rusland of Lapland zuidelijker Europa in. Vroeger gold ons land vooral als tussenstop, want ook hier waren de winters toen nog koud, maar de laatste jaren verlopen onze winters zo zacht, dat veel ganzen er voor kiezen om de hele winterperiode in ons land te blijven. Er overwinteren zo’n anderhalf miljoen ganzen in Nederland, waaronder soorten als de grauwe gans, de dwerggans, de brandgans en de rotgans. Het andere deel van de ganzenpopulatie trekt verder naar andere landen, waaronder de Britse Eilanden en Duitsland.

In relatief kleine groepjes vliegen ze vaak luid gakkend in de typische V-formatie ons land in en dat is al prachtig om naar te kijken. Nog mooier wordt het als je bedenkt hoe goed zo’n groep ganzen eigenlijk samenwerkt. Ze leggen grote afstanden af en vliegen dichtbij elkaar. Dit laatste doen ze omdat ze dan van de opstijgende wervelingen van de voorganger kunnen profiteren. Dit scheelt per gans al een hoop energie en door onderling af en toe van plek te wisselen, worden de zwaarste plekken, daar waar de ganzen de meeste krachtinspanning moeten leveren, mooi over de hele groep verdeeld.

Natte natuurgebieden

Eenmaal op bestemming kunnen ze hun buikjes weer rond eten aan onder andere vers gras, zaden en vruchten, waarbij het Nederlandse boerenland, maar natuurlijk ook de grote natte natuurgebieden, meren en uiterwaarden favoriet zijn. Vanaf februari beginnen de ganzen uiteindelijk weer aan hun terugreis naar de broedgebieden in o.a. Scandinavië en Rusland.

Ook vele andere trekvogels

Niet alleen ganzen, maar ook vele andere trekvogels zijn inmiddels aan hun vlucht naar het zuiden begonnen. Vele soorten vogels vliegen naar Afrika, maar ook Zuid- en West-Europa zijn geliefd. Ze vliegen natuurlijk niet allemaal precies over Nederland, maar de komende tijd is er voor de liefhebber veel moois te zien in de lucht. Vooral op relatief zonnige dagen, zoals vandaag en de komende dagen, met daarbij zuidelijke of zuidoostelijke winden zijn vaak grote groepen met trekvogels te zien. Het loont de komende dagen dus de moeite om af en toe even naar boven te kijken. Misschien ziet u ze wel vliegen!

trek van ganzen

Jump to navigation

Home

  • Begrippenlijst

Trekvogels | © Ecomare

U bent hier

De vogeltrek is een massale vogelverhuizing die twee keer per jaar plaatsvindt, in het voorjaar en in het najaar. Miljoenen vogels reizen dan vele duizenden kilometers van hun broedgebied naar de overwinteringsgebieden of andersom. Veel soorten die je rond de Noordzee en Waddenzee kunt zien zijn trekvogels. Steltlopers, eenden en ganzen, die in het hoge noorden broeden en hun jongen grootbrengen, ontvluchten in het najaar de kou en trekken zuidwaarts. Sommige overwinteren in Nederland, andere trekken nog verder naar het zuiden. Zij gebruiken de wadden alleen om zich vol te eten voor het tweede deel van hun lange trektocht naar de overwinteringsgebieden. In het vroege voorjaar stoppen ze er weer tijdens hun reis terug naar de broedgebieden.

Waarom trekken vogels?

In de broedgebieden op de toendra’s van het hoge noorden is in het voorjaar volop voedsel te vinden. Omdat het er in de zomerperiode bijna niet donker wordt kunnen de vogels bijna 24 uur per dag eten. Dat is natuurlijk erg voordelig als je vele hongerige kuikens te voeden hebt. Omdat er minder vijanden leven is het er ook veiliger. Maar als de winter nadert kruipen de insecten, spinnen en wormen diep weg en komen de grassen en zaden onder een dik pak sneeuw te liggen. De dagen worden er steeds korter en de vogels hebben juist meer energie nodig om warm te blijven. Daarom trekken de vogels in het najaar weg uit de noordelijke broedgebieden en overwinteren ze in zuidelijkere streken waar het lekker warm is en volop te eten te vinden is.

Met de noorderzon

De trek van vogels wordt al sinds de oudheid onderzocht. Trekvogels oriënteren zich tijdens de trek overdag op de zonnestand en in de nacht op sterren. Wetenschappers kwamen daar achter door met spiegels de zonnestand die voor de vogels zichtbaar was te veranderen. De vogels kozen dan een andere trekrichting. Ook oriënteren vogels zich op rivieren en kanalen. Verder richten ze zich op het aardmagnetisch veld en gepolariseerd licht.

Radarcontrole

De trek van grutto's | © Jeroen Reneerkens

In Leeuwarden wordt met een radar van de Koninklijke Luchtmacht in de gaten gehouden waar vogels vliegen. De radar kan tot tientallen kilometers in de buurt vogels waarnemen. De militairen willen graag weten wanneer er veel vogels trekken om aanvaringen met vliegtuigen te voorkomen. Vogels kunnen namelijk voor dodelijke ongelukken en veel schade zorgen bij vliegtuigen. De beelden op de radar worden ook gebruikt door vogelonderzoekers. Zij hebben aan de hand van de radarbeelden ontdekt dat vogels hun trekroute prima kunnen aanpassen aan de weersomstadigheden.

Trekvogel of standvogel

Vogels die niet trekken noemen we standvogels. Deze vogels blijven het hele jaar in hetzelfde gebied. Of een vogelsoort een trekvogel of een standvogel is is genetisch bepaald. Vroeger hadden de mensen hele andere ideeën over trekvogels. In de Middeleeuwen dachten ze dat de vogels in de winter veranderden in andere soorten, zoals de koekoek in een sperwer, of dat de boerenzwaluwen zich in de modder verstopten. Sommige Middeleeuwse vogels vlogen naar de maan of veranderden in vissen.

Trek van landvogels

Landvogels trekken hoog over. Ze hebben een er een hekel aan om over zee te vliegen. De vogels zijn dan ook het beste te zien waar de zee het smalst is. Daar is de noodzakelijke oversteek het kortst. In het noorden van Texel (bij De Cocksdorp) heb je grote kans landtrekvogels te vinden. In de herfst liggen ze soms letterlijk voor het oprapen op het strand en in hagen. De vogels liggen uit te puffen van de grote oversteek. Ook in het voorjaar verzamelen zich daar vogels voor de oversteek van de Noordzee.

Bijtanken op het wad

Trekvogels moeten een strak reisschema aanhouden. Wanneer ze te laat in het broedgebied aankomen hebben de jongen niet genoeg tijd om op te groeien. Als ze te vroeg aankomen is alles nog bedekt met sneeuw en ijs en is er niets te eten. Verder is het van levensbelang om voldoende brandstof te hebben. Veel wadvogels gebruiken de voedselrijke gebieden in de Waddenzee om reserves op te bouwen in de vorm van vetlagen en zware spieren. In het voorjaar worden die gebruikt om naar het noorden te vliegen, om de eerste periode in het broedgebied te doorstaan én om eieren te leggen. De Waddenzee is dus een onmisbaar tussenstation waar miljoenen vogels 'bijtanken'.

Trek van zeevogels

Zeevogels vliegen tijdens de trek meestal aan één stuk door. Ze stoppen niet om te eten. Dit gebeurt namelijk gewoon tijdens het vliegen. Gewoonlijk vliegen zeevogels daarom laag over zee, in tegenstelling tot landvogels. Zeevogels hebben minder vetreserves voor de trek dan landvogels. Dit heeft als voordeel dat ze lichter vliegen, wat weer energie bespaart. Bij zeevogels is de trek moeilijker vast te stellen dan bij landvogels. Als ze niet broeden zwerven veel soorten zeevogels over de zeeën. Sommige soorten,zoals de noordse pijlstormvogel trekken doelbewust naar een bepaalde bestemming, in dit geval Brazilië.

Ganzentrek | © Ecomare

Steeds dezelfde route?

Een van de trekroutes | © Ecomare

De voorjaarstrek hoeft niet dezelfde route te volgen als de najaarstrek. Visdiefjes bijvoorbeeld trekken in de herfst vlak langs de kust naar Afrika. Daar zijn dan de meeste sardines te vangen. In het voorjaar komen de sardines meer op volle zee voor. De visdiefjes passen hun terugreis zo aan, dat ze steeds veel sardines onderweg kunnen vangen. De meeste trekvogels reizen in het voorjaar een stuk sneller dan in het najaar. In het voorjaar willen ze zo snel mogelijk in hun broedgebieden aankomen. Hoe eerder ze er zijn, hoe beter de broedplaats die ze kunnen bemachtigen en hoe eerder ze kunnen beginnen met broeden. Maar het is niet handig om vroeger te vertrekken, dan is er vaak nog niet genoeg te eten onderweg. De vogels vertrekken dus het liefst zo laat mogelijk, maar doen dan zo kort mogelijk over de reis. Ze vliegen sneller, houden minder pauzes en maken meer kilometers per dag. In het najaar hebben ze niet zo'n haast en doen ze het een stukje rustiger aan.

Gevaarlijk!

De vogeltrek is niet zonder risico’s. Er liggen allerlei gevaren op de loer. Uitputting door slecht weer of voedselgebrek, maar ook de jacht, hoogspanningskabels en windmolens eisen hun tol. Jaarlijks sterven er tijdens de trek miljoenen vogels.

Groen licht

Vliegende vogels kunnen behoorlijk in de war raken van verlichting. Olieplatforms op zee zorgden daarom ’s nachts voor problemen tijdens de vogeltrek. Door de grote hoeveelheid wit licht in een verder donkere omgeving vlogen passerende vogels urenlang rondjes om de platforms tot ze van uitputting dood in zee vielen. Onderzoekers hebben uitgevonden dat vogels vooral werden aangetrokken door het rode deel in het spectrum van wit licht. Groen licht bleek veel minder verwarrend voor trekvogels. Daarom gebruiken platforms in zee, maar bijvoorbeeld ook havens, steeds vaker groen licht.

Meest populaire pagina's

trek van ganzen

Vlaams Instituut voor de Zee | InnovOcean site | Wandelaarkaai 7, 8400 OOSTENDE, België Tel. nr +32 (0)59 34 21 30 | Fax: +32 (0)59 34 21 31 | e-mail: [email protected] | BTW BE 0466.279.196 | privacy en cookiebeleid

trek van ganzen

Ganzen in Vlaanderen

Main content.

In Vlaanderen komen er meerdere soorten ganzen voor. Sommige van deze soorten zijn de laatste jaren sterk in aantallen toegenomen, zoals de grauwe gans, de Canadese gans en de brandgans. Daarom worden ze door jagers afgeschoten en door overheidsinstanties gevangen en vergast. Animal Rights vindt dit onacceptabel en pleit voor diervriendelijke en duurzame oplossingen om samen te leven met deze prachtige vogels.

Zomerganzen en wintergasten

Verschillende ganzensoorten kwamen van oudsher langs de Noordzee voor als broedvogel. Door de ontginning van moerassen in West-Europa en het toenemen van de jachtdruk was de gans als broedvogel aan het begin van de 20ste eeuw bijna volledig uitgestorven. Er zijn verschillende soorten ganzen in Vlaanderen. Sommige soorten komen hier van oorsprong voor en andere soorten zijn ingevoerd, ontsnapt of losgelaten en hebben zich vervolgens succesvol weten te vestigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ganzen die hier alleen overwinteren, winterganzen of wintergasten genaamd en ganzen die hier jaarrond verblijven. Deze worden veelal zomerganzen of standganzen genoemd.

De winterganzen zijn broedvogels die vanuit Noord-Europa en de Arctische toendra’s komen overwinteren. Standganzen zijn veelal, maar niet altijd, ontsnapte of uitgezette dieren die succesvol een populatie hebben weten te vestigen.

In Vlaanderen worden grauwe ganzen, Canadaganzen, brandganzen en nijlganzen bejaagd .

Grauwe ganzen

Van al deze ganzensoorten is de grauwe gans de enige die oorspronkelijk tot de fauna van de Lage Landen behoorde. 1 Ze verdween in België in de negentiende eeuw, maar is sinds de jaren 50 terug als verwilderde afstammeling van vogels die uitgezet zijn in het Zwin. De meeste grauwe ganzen zijn te vinden in de kuststreek, daarnaast is er ook sprake van grotere aantallen in de plantentuin in Meise en het Schulensmeer in Lummen. Het aantal overwinterende grauwe ganzen is al een tijdje vrij stabiel in Vlaanderen en zou ongeveer 18.000 stuks bedragen. 2

Invexo. Eindrapport werkgroep zomerganzen.   ↩

Devos (2016). Vogelnieuws december.   ↩

trek van ganzen

Canadaganzen

Canadese ganzen zijn zomerganzen Deze dieren komen van oorsprong niet in Europa voor, maar stammen af van verwilderde parkganzen. 1 De dieren worden nog steeds gehouden als siervogels. In principe moeten maatregelen genomen worden om te vermijden dat de vogels wegvliegen, zoals het knippen van vleugels, maar dit zet geen zoden aan de dijk. Enerzijds worden vogels gedood omdat ze invasief zijn, anderzijds wordt de aanvoer van nieuwe vogels door particulieren niet aan banden gelegd. Op dit moment zouden er nog zo’n 8.900 Canadese ganzen in het wild leven. Ze bevinden zich voornamelijk in Oost-Vlaanderen . 2 In Nederland wordt de Canadese gans wel aangemerkt als beschermde inheemse diersoort.

Ecopedia. Canadese gans.   ↩

Brandganzen

De brandgans is van oorsprong een broedvogel uit hoge Noorden. In Vlaanderen komen er zowel populaties voor die hier enkel overwinteren als verwilderde standvogels. Het is moeilijk een onderscheid te maken tussen beide groepen. Wel stijgt het aantal brandganzen. In maart 2016 werden er ongeveer 8.700 exemplaren genoteerd. Sindsdien is hun aantal waarschijnlijk toegenomen. 1 2

Ecopedia. Brandgans.   ↩

De nijlgans werd voor het eerst in het wild gerapporteerd in België in 1984 en plant zich voort in het wild sinds de jaren negentig. De populatie stamt af van ontsnapte parkganzen van het koninklijk domein in Laken. 1 Ontsnapte siervogels weten zich net als in andere West-Europese landen goed te handhaven. De laatste wintertelling van hun aantallen dateert van 2016. Toen werden er 3.892 exemplaren geteld. Al is dit een schatting aangezien deze ganzen zich niet gemakkelijk laten tellen.

Vangeluwe (2010). Evolution, structure et gestion des rassemblements d'Ouettes d'Egypte férales en Région Bruxelles-Capitale: rapport à l'Institut bruxellois pour la Gestion de l'Environnement. Convention sur le suivi des populations d'Ouettes d'Egypte en Région de Bruxelles-Capitale.  ↩

Rietganzen, kleine rietganzen en kolganzen

Deze ganzen zijn trekvogels, in de winter verblijven ze in ons land. aantallen stabiel. In Vlaanderen verblijven in de wintermaanden zo'n 45.000 kolganzen, 42.000 kleine rietganzen en ongeveer 500 rietganzen. In de zomer broeden ze in de arctische gebieden. Al deze ganzen zijn beschermd en mogen momenteel niet bejaagd worden. 1 2 3

Ecopedia. Kolgans.   ↩

Ecopedia. Kleine rietgans.   ↩

Ecopedia. Rietgans.   ↩

trek van ganzen

Trouw als een gans

Ganzen worden gemiddeld twaalf jaar, bij een leven zonder risico’s kunnen ze ook gemakkelijk twintig jaar halen. Jacht is de belangrijkste doodsoorzaak. Ganzen zijn trouwe dieren. Ze zijn trouw aan hun partner, de plekken die ze bezoeken en ze gebruiken veel dezelfde slaap- en broedplaatsen.

Het willekeurig afschieten van ganzen uit een groep zorgt voor stress, angst en verstoring van de harmonie binnen de groep. Vanwege zijn lichaamsbouw en gedrag is de gans een moeilijke diersoort om te bejagen. Ganzen zijn grote vogels en dit maakt het inschatten van hoogte en snelheid lastig. Niet elk schot is raak. Zo blijkt uit Nederlands onderzoek dat 25 tot 40% van de ganzen rond vliegt met hagel in het lijf. Volgens onderzoeker Berend Voslamber is een schot hagel extreem stressvol en pijnlijk. Zo worden ze bijvoorbeeld geraakt in hun vleugel en kunnen niet meer verder vliegen. Gewonde ganzen kunnen een langzame en pijnlijke dood sterven, en dit allemaal door een slecht geplaatst schot. 1

Duurzaam faunaadvies. Ganzen vol met hagel.   ↩

Ganzen animalis non grata

In Vlaanderen worden ganzen veelal vergast omdat ze overlast veroorzaken in vijvers, parken, golfterreinen en natuurreservaten. 1 De dieren vinden in Vlaamse parken een ideale habitat: kortgemaaide gazons, met een oever zonder begroeiing waardoor ze makkelijk het water in kunnen.

Daarnaast kunnen ze volgens sommigen ook schade aan landbouwgewassen veroorzaken door te foerageren aan graslanden of oogstresten op velden en door hun uitwerpselen. Een literatuurstudie van scandinavische onderzoekers stelt echter dat ganzen, of hun uitwerpselen, geen effect hebben op de opbrengst van akkers en de aantrekkelijkheid van graslanden. Bovendien beschikt de overheid niet over concrete cijfers om dit beleid op te baseren, omdat schade door jachtwildsoorten en exoten niet wordt vergoed. 2 3 4

Nieuwsblad. Natuurpunt vergast 700 ganzen aan Schulensmeer en Paalse Plas.   ↩

Huysentruyt (2010). Het bepalen van mogelijke herkomstgebieden bij landbouwschade door overzomerende ganzen Een eerste aanzet voor een modelmatige benadering.   ↩

Vilt. Tot 20 mln euro schade door Canadese ganzen tegen 2050.   ↩

Sovon Vogelonderzoek. Ganzenproblemen.   ↩

Geweer of vergassing, altijd een gruweldood

In Vlaanderen mogen grauwe ganzen, brandganzen en Canadese ganzen worden gedood. Ze mogen worden afgeschoten of gevangen en dan vergast onder de volgende voorwaarden 1 2 :

Canadese ganzen : het hele jaar door als gewone jacht of bijzondere jacht.

Grauwe ganzen : van half juli tot eind januari als gewone jacht of bijzondere jacht.

Brandganzen : bestrijding van 1 mei tot 30 september, enkel met inloopkooien “om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen” en indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Doden met het geweer is niet toegelaten. Het doden van brandganzen gebeurt op dit moment niet systematisch, zoals voor Canadese en grauwe ganzen wel het geval is. Indien een gemeente, provincie of het ANB besluit dat er ergens lokaal “te veel” zijn, worden ze gedood.

Nijlganzen : zijn geclassificeerd als “invasieve exoten” en mogelijk door eender wie op elk moment worden gedood. Veelal gebeurt dit met inloopkooien.

Grauwe ganzen en canadaganzen kunnen bovendien het hele jaar door overal bestreden worden , mits er een aanvraag wordt gedaan.

Ook rietganzen, kleine rietganzen en kolganzen zijn als jachtwildsoort opgenomen in het jachtdecreet. Op dit moment is de jacht op deze soorten niet geopend, maar de minister kan in principe altijd beslissen om deze weer te openen.

Jachtdecreet.   ↩

Soortenbesluit.   ↩

trek van ganzen

Ganzenvergassingen, een lugubere doodsstrijd

Jaarlijks worden in juni en juli honderden ganzen weggevangen en vergast op het moment dat de volwassen ganzen in de slagpenrui zijn en de jongen voor het eerst veren krijgen. Deze periode duurt vier weken en de ganzen kunnen dan niet wegvliegen. De gestreste dieren worden in een wagen gedreven en met CO2 vergast. Het kan wel twee minuten duren voordat alle ganzen vergast zijn. De gans is een watervogel en kan dan ook langdurig de adem inhouden. Een dierproef door de Universiteit Wageningen toont aan dat vergassing met CO2 zorgt voor veel stress, angst en pijn door o.a. ademhalingsnood en het opgesloten zitten. Niet alle ganzen worden gevangen, sommigen weten te ontkomen. Deze ganzen moeten het zien te redden zonder hun soortgenoten, zonder hun familie.

In Vlaanderen werden er in 2019 800 ganzen vergast, waaronder 756 Canadese ganzen, 39 boerenganzen en 4 grauwe ganzen. In 2018 werden er nog 614 brandganzen vergast. 1 In Oost-Vlaanderen is er zelfs een door de overheid gesubsidieerde vzw, RATO, die zich hierin heeft gespecialiseerd. .

Cijfers op vraag verstrekt door het ANB.  ↩

Oplossingen voor vreedzaam samenleven

De omgeving aanpassen : deze moet minder uitnodigend gemaakt worden. Ganzen doen het vooral goed op plaatsen met eiwitrijke gewassen. De ganzen zijn dan in betere conditie en kennen een beter broedsucces (Allen et al. 1995). Onderzoek toont aan dat ganzen in Vlaanderen een voortplantingssucces hebben van 93%. 1 Jonge ganzen die op grasland groot worden, hebben een betere conditie en een hogere overleving dan jonge vogels die in extensieve kruidenrijke terreinen opgroeien. Extensivering van de leefomgeving kan dus helpen om de groeisnelheid van de lokale broedpopulatie af te remmen. 2 Ook moet worden vermeden dat burgers ganzen voeren. 3

Barrières : Er kunnen aan de hand van planten (bv. riet) barrières worden aangelegd zodat de vogels niet zo makkelijk in en uit het water raken. Ganzen prefereren een open toegang tot water want daar voelen ze zich veiliger. Ook steilere randen in het water en lage barrières kunnen effectief zijn. 4 Natuurlijk kan dit ook een negatief effect hebben op andere watervogels dus dit is iets om rekening mee te houden. Bijkomend kunnen de rietkragen worden afgezet tegen ganzenvraat. 5

Favoriete broedplaatsen kunnen aan de hand van begroeiing of andere barrières onbereikbaar worden gemaakt. Parken met eilandjes omringt door water en daaraan grenzend korte gazons vormen een ideaal habitat voor ganzen om te broeden en daarna hun jongen groot te brengen. Ruigtes waar de vogels graag broeden kunnen worden verwijderd. Er moet echter voor worden gezorgd dat bij de aanleg van begroeiing om de vogels de toegang tot het water te ontzeggen, niet juist een ideale broedplaats ontstaat.

  • Laserstralen : kunnen het gedrag van ganzen helpen sturen. De agrilaser zou een blijvend ontradend effect hebben. 6 Echter moeten er dan wel rust- en foerageergebieden zijn waar de ganzen wel welkom zijn. Anders blijft het natuurlijk een kat- en muisspel waarbij de ganzen telkens moeten worden verjaagd.

Huysentruyt (2020). Management options for a resident Barnacle Goose population in Flanders.   ↩

Sovon Vogelonderzoek. Habitatgebruik en beheer ganzen.   ↩

Nieuwsblad. Ganzen veroveren gemeentevijver: tot 350 euro boete voor wie hen voedert.   ↩

The management of problems caused by Canada geese: a guide to best practice.   ↩

[INBO (2019). Monitoring van de waterkwaliteit, flora en fauna in de Kallemoeie-Papelenvijver (Nazareth).](Monitoring van de waterkwaliteit, flora en fauna in de Kallemoeie-Papelenvijver (Nazareth) )  ↩

Bird control group. Millennium Golf lost ganzenprobleem op.   ↩

trek van ganzen

Natuurbeheer verzoenen met dierenrechten

Wij pleiten voor een nieuwe visie op natuurbeheer, waarin naast behoud ook de rechten van de individuele dieren worden opgenomen. De groei van de populatie ganzen is te wijten aan menselijk handelen, namelijk het introduceren van deze dieren en het aanleggen van parken en landschappen waar de dieren graag vertoeven.

Ganzen zijn zich niet bewust van onze regels en wetten. Maar ze ondervinden wel de consequenties van een overtreding. Animal Rights pleit voor een andere inrichting van het landschap als duurzame en diervriendelijke oplossing. Met behulp van de juiste landinrichting, in combinatie met alternatieve methoden, kan het gedrag van ganzen worden gestuurd en daarmee overlast worden voorkomen.

Ban de jacht

trek van ganzen

| biologie | evolutie | psychologie | factchecks

Kul of kennis: ganzen voorspellen vorst.

Door RONALD VELDHUIZEN

We leren het allemaal op de basisschool. Trekganzen zijn – vliegend in die typische v-vorm – een voorteken van kou. En volgens sommigen voelen ganzen dat met een weersvoorspellend zintuig. Handig wanneer het weerbericht onduidelijk is en je wil weten of het tijd is voor muts en handschoenen. Hebben ganzen zo’n wonderzintuig? RUG-bioloog en ganzenexpert Maarten Loonen weet er meer van.

Voorop staat dat niet alle ganzen een reis ondernemen die iets met kou te maken heeft. Voor sommige soorten is de trek routine, vertelt Loonen. Een kwestie van opstaan en naar bed gaan. De vogels slapen op een plas, bijvoorbeeld het Zuidlaardermeer, en vliegen ’s ochtends naar een weiland. Daar proppen ze de hele dag gras naar binnen; ’s avonds gaan ze weer slapen. Volgens Loonen kan het luchtruim daarom tijdens de schemering behoorlijk druk worden – er komen makkelijk duizend ganzen voorbij.

Maar hoe zit het dan met de ganzen die je alleen in de herfst ziet trekken? Nee, zegt Loonen. Ganzen weten niets van weersvoorspellingen. Het besluit om een grote trek te maken begint simpeler: ze hebben een hekel aan vorst. Ganzen slapen drijvend op meertjes. Als dat water bevriest wordt zo’n overnachting knap lastig. En wanneer de volgende ochtend ook nog eens hun favoriete grassprietjes bevroren blijken, houden ganzen het voor gezien. Wegwezen dus. Maar dan ís het al koud.

Sterker: het hoeft in Nederland niet eens echt koud te zijn wanneer er ganzen overvliegen. Het gros van de trekganzen vertrekt na een rottige vriesnacht vanaf de Noordpool hiernaartoe. Op de Noordpool is het dan dus ijskoud, terwijl het hier nog prima vertoeven is. Dáárom komen ze tenslotte hier.

Je kunt dus niet op trekganzen vertrouwen. Want als je ze ziet vliegen, hebben je oren óf al een dag in kou gezeten, óf is het nog te warm om een muts op te zetten.

Deze column verscheen eerder in Universiteitskrant Groningen nr. 11, 13 november 2008

Academia.edu no longer supports Internet Explorer.

To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to  upgrade your browser .

Enter the email address you signed up with and we'll email you a reset link.

  • We're Hiring!
  • Help Center

paper cover thumbnail

De trek van verschillende populaties Grauwe Ganzen Anser anser door Nederland: verschillen in gebiedskeuze en timing in 1988

Profile image of Jan Beekman

Related Papers

De Levende natuur

Jeroen Nienhuis

trek van ganzen

Nick Lethaby

  •   We're Hiring!
  •   Help Center
  • Find new research papers in:
  • Health Sciences
  • Earth Sciences
  • Cognitive Science
  • Mathematics
  • Computer Science
  • Academia ©2024
  • Winkel Zeist

Kennis over vogels

Ontdek 344 vogelsoorten in 1 Vogelgids.

  • Online vogelcursussen
  • Vogelweetjes

Activiteiten

  • Vogelreizen
  • Evenementen
  • Zoek activiteit
  • Vogelfotografie
  • Vogels kijken
  • Vogelfotogalerij
  • Beleef de Lente
  • Beleef de Lente in de Klas
  • Werkstukken
  • Kleurplaten

trek van ganzen

Nieuw: online cursus Uilen in Nederland

In mijn tuin

  • Vogels voeren
  • Tuininrichting
  • Tuinadvies nodig?
  • Tuinvogels herkennen
  • Vogelvriendelijke schoolpleinen
  • Nationale Tuinvogeltelling
  • Tuintelling

Tuin gazon  / Elwin van der Kolk

Kijk hoe je van je tuin een vogelparadijs maakt

Gratis cursus tuinvogels in Nederland

Online cursus Tuinvogels in Nederland. Doe mee!

Vogeltuin koolmees / Shutterstock

Doe de postcodevogelcheck! En ontvang leuke tuintips.

  • Periodiek schenken
  • Grote giften
  • Fondsen & partners
  • Kom zelf in actie

Word vrijwilliger

  • Jouw inzameling
  • Tuin, erf & huis
  • Kijkers voor Kijkers
  • IJsvogelfonds

Vrijwilliger Carina

Geef voor de huismus

Wat wij doen

  • Natuurgebieden
  • Onze boerenlandvogels
  • Onze stadsvogels
  • Internationaal
  • Basiskwaliteit Natuur

In de buurt

  • Beschermingsproject
  • Stadsvogeladviseur
  • WetlandWacht
  • Boerenlandvogelboer
  • Vogelwerkgroep
  • Zoek in uw buurt

Vogels en de wet

Wet- en regelgeving

  • Soortbescherming
  • Gebiedsbescherming
  • Veelgestelde vragen

Huismus in de stad / Shutterstock

Ook jouw gemeente vogelvriendelijk

  • Contactgegevens
  • Lidmaatschappen
  • Veelgestelde vogelvragen
  • Adres en route

Neem online contact met ons op.

Videostill winkelbeeld

Kom naar onze winkel in Zeist.

Velduil / Birdphoto

Veelgestelde vragen over vogels.

Vogelinformatiecentrum Vogelbescherming

Heb je een vraag? Neem contact met ons op.

  • Ontdek vogels

trek van ganzen

Grote Canadese gans

Greater Canada Goose, Branta canadensis - Eenden (Anatidae)

De grote Canadese gans is een gans uit Noord-Amerika en Canada. In Nederland is de soort regelmatig terug te vinden; het gaat meestal om ooit ontsnapte volière- en parkvogels. Vanaf de jaren 1975 is de grote Canadese gans als broedvogel in Nederland te vinden. De soort kruist nogal eens met brandganzen en kleine Canadese ganzen. Daardoor zijn er allerlei mengvormen te vinden, die herkenning soms wat lastiger maken. De grote Canadese gans is geregeld te vinden op vennen in Brabant en in de lage delen van West-Nederland.

Snel naar informatie over:

Verspreiding en aantal, bescherming.

Een grote bruingrijze gans met zwarte hals en kop. Het meest opvallend is de witte halsvlek. Het uiterlijk is echter behoorlijk variabel en zeker door kruisingen met andere soorten komen soms verrassende tussenvormen voor.

Luid, 'honkend'.

Canadese gans / Elwin van der Kolk

55-110 cm, spanwijdte 122–183 cm

Deze soort lijkt op:

trek van ganzen

Vogelbescherming-optiek en andere topmerken

bekijk ons ruime assortiment in onze webshop

Broedt van half maart/begin april tot mei. De 4-7 eieren worden over een periode van zo'n 9 dagen gelegd. Het vrouwtje broedt deze gedurende 26-27 dagen uit, waarbij het mannetje de wacht houdt. De jongen komen ongeveer tegelijk uit het ei en verlaten als familie na een dag het nest. Na anderhalf tot twee maanden zijn de jongen vliegvlug.

De grote Canadese gans kan in tal van verschillende leefgebieden gevonden worden; van toendra's tot halfwoestijnen. Het enige wat er echt toe doet, is dat er water is. In Nederland is de soort vooral te vinden in vennen, veenmoerassen en waterrijke graslandgebieden.

Hoofdzakelijk vegetarisch, maar daarin wel wat losser dan andere ganzen. Er zijn waarnemingen van grote Candese ganzen die eieren en jongen van sterns en andere 'dierlijke eiwitten' opeten. Het meeste voedsel wordt echter gezocht op graslanden en akkers, waar de ganzen naar oogstresten zoeken.

In het oorspronkelijke leefgebied is de soort een echte trekvogel: broedvogels uit Canada en de noordelijke staten van Amerika trekken in het najaar naar de zuidelijke staten en de Golf van Mexico. In Europa levende grote Canadese ganzen trekken niet of nauwelijks. In de zomer, vanaf juni tot in september, vormen zich grote groepen ruiende vogels op open water (plassen, meren en rivieren). Deze 'ruitrek' is de enige migratie die onze broedvogels ondernemen.

Eropuit met MijnVogelvinder.nl

Meer over MijnVogelvinder

vrij talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig

De grote Canadese gans is sinds 1974 broedvogel in Nederland. Lange tijd bleef het aantal heel erg klein, tot in de tweede helft van de jaren 1990 de aantallen opeens fors begonnen toe te nemen. In 2000 waren er al zo'n 1200 paren, en dat aantal neemt explosief toe.

Aantallen in Nederland

Waarnemingen.

Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl

Er zijn nog maar weinig waterrijke gebieden in West- en Zuid-Nederland waar de grote Canadese gans nog niet is opgedoken. Op veel Brabantse vennen is het de enige ganzensoort, soms wordt een ven gedeeld met paartjes grauwe ganzen.

De grote Canadese gans is met een flinke uitbreiding van zijn oorspronkelijk Noord-Amerikaans/Canadese areaal bezig. Via gekweekte park- en volièrevogels zijn nu in heel Noordwest-Europa verwilderde grote Canadese ganzen te vinden: van Ierland en Engeland, de Benelux en Duitsland tot Scandinavië. Ook in Frankrijk en Tsjechië zijn verwilderde populaties.

Meer informatie

  • BirdLife International

De toename van het aantal ganzen in Nederland zorgt voor een ingewikkelde maatschappelijke discussie. Boeren zijn niet blij met de ganzen: om goedkoop zuivel te produceren, lijkt elke grasspriet te tellen. Van belang is te zien dat de ganzen reageren op het landschap dat hun wordt aangeboden: extreem voedselrijk grasland, het resultaat van een bijzonder intensieve landbouw. Hoewel schade gecompenseerd kan worden, worden ganzen helaas veel verstoord en gedood, terwijl overwinterende ganzen rust en energie nodig hebben. Verstoringen kosten de vogels veel energie.

Meer weten?

  • Sovon Vogelonderzoek Nederland
  • Gegevens van ringen of halsbanden kun je doorgeven via www.vogeltrekstation.nl

Actuele berichten

  • Die heerlijke ganzen
  • Brochure Tour de gans (pdf, 3.80 Mb)
  • Winterganzenbeleid: het roer om? (pdf, 471 Kb)

De grote Canadese gans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grote Canadese ganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grote Canadese gans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Algemene regels

De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:

  • vogels opzettelijk te doden of vangen;
  • nesten, rustplaatsen en eieren van vogels opzettelijk te vernielen of beschadigen of nesten weg te nemen;
  • eieren van vogels te rapen en onder zich hebben;
  • vogels opzettelijk te storen;
  • vogels, dood of levend, dan wel delen of producten daarvan in bezit te hebben, te vervoeren en in de handel te brengen.

Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.

De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:

  • de algemene zorgplicht die stelt dat iedereen voldoende zorg moet dragen voor de fysieke leefomgeving;
  • de specifieke zorgplichten voor natuurgebieden en inheemse vogels die erop gericht zijn om nadelige effecten te voorkomen, beperken of herstellen;
  • de verplichting om onnodig lijden te voorkomen bij het legaal doden of vangen van dieren in het wild;
  • het algemene verbod op dierenmishandeling (Wet dieren).

Bijzondere regels

De Canadese gans is aangewezen als soort die in het gehele land belangrijke schade veroorzaakt en mag onder strikte voorwaarden door grondgebruikers worden bestreden.

  • Juridische bescherming van vogels
  • Beschermde planten, dieren en natuur (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)
  • Gebiedendatabase (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)
  • Informatiepunt Leefomgeving

© Foto's: AGAMI   © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk   © Video's: Natuur Digitaal

trek van ganzen

Wilde Ganzen means ‘Wilde Geese’ in Dutch. The Danish theologian-philosopher Søren Kierkegaard once described a wild goose that teaches a pair of tame geese to fly again. These tame geese had forgotten how. In his parable, Kierkegaard depicts wild geese to stick out their necks and take initiative. Flying in V-formation, they work closely together so they can meet great challenges. As this was such a fitting metaphor, the name of the organization was based on this story.

On 30 June 1957 the very first Wilde Ganzen fundraiser took place: an appeal for donations for the victims of the earthquake disaster in Turkey a few months earlier. The action raised 76 Euros. A modest sum compared to what we raise nowadays.

Fundraising

From 1964 onwards, annual fundraisers, took place. Each year, money was collected for a specific project. But since people in many more places in the world could use financial support, it was decided in 1972 to set up a professional organization to have more striking power. A year later, Wilde Ganzen Foundation started broadcasting every Sunday on Dutch radio and TV.

Medium-sized player

In all those years, Wilde Ganzen has grown into a medium-sized player among charities in the Netherlands. Every year hundreds of small projects are financed that people in countries worldwide themselves set up. Often these projects are also supported by Private Development Initiatives. These are small Dutch and Belgian foundations that maintain close ties with local development organisations all over the world.

Continuity and independence

Wilde Ganzen does not only support the construction of schools or clinics, but also pays great attention to the long-term effects and continuity of a project. With every application we insist on the involvement of the local community. We also believe it is important that, in time, local development organizations become less dependent on our support. That is why we established Change the Game Academy in 2013 in cooperation with our partners in Brazil, India and Kenya. Classroom training in various countries and online training worldwide are provided in the areas of local fundraising and mobilizing support.

These courses are bearing fruit: more and more projects are receiving part of their funding from their own country. This is logical, because not only has Wilde Ganzen changed over the years, but the world has also changed since 1957. Wealthier middle classes have emerged, and people have become more outspoken. We stimulate this new self-confidence with programs like Giving for Change (2021) and Strengthen the Roots (2022).

IMAGES

  1. ganzen trek

    trek van ganzen

  2. Grauwe Ganzen trek

    trek van ganzen

  3. ganzen 2020

    trek van ganzen

  4. ganzen trek

    trek van ganzen

  5. Troep van ganzen stock foto. Image of lopen, eenden, meer

    trek van ganzen

  6. Grauwe gans

    trek van ganzen

COMMENTS

  1. Tijd voor de ganzentrek

    Tijd voor de ganzentrek. Het is de tijd van de ganzentrek in Nederland. Ieder najaar vliegen er grote groepen ganzen vanuit het poolgebied naar ons land om hier te overwinteren. Nederland is een belangrijke bestemming voor ze: overdag is er voldoende voedsel te vinden in de graslanden en 's-nachts bieden meren en rivieren een veilige slaapplaats.

  2. Leren van de ganzentrek

    Leren van de ganzentrek. door Hilda 1 oktober 2022. Nederland kampt al jaren met een overschot aan ganzen. Ook in onze wijk komen we ze tegen en nogal eens zorgen ze voor overlast. Soms versperren hele ganzengezinnen fiets- en wandelpaden. Kom je even te dicht in de buurt, dan blazen ze agressief tegen je. En overal verspreid vind je ganzenpoep.

  3. Vogeltrek

    Ganzen bijvoorbeeld. Ze komen in steeds grotere aantallen en blijven steeds langer. De dieren profiteren van de moderne landbouw, dat veel eiwitrijk gras produceert. Maar niet iedere vogel is zo gebekt. Neem de kleine zwaan, prachtig maar kwetsbaar. Wereldwijd leven er nog hooguit 15.000, waarvan zo'n 10.000 kleine zwanen in Nederland ...

  4. Ganzenbejaging

    In de winter is het dan ook van belang om de echte trek van de ganzen bij de percelen weg te houden. Een paar ganzen op een perceel is niet erg, maar door de aantrekkende werking van op het land staande ganzen kunnen de aantallen snel oplopen. Dan is het zaak voor de jager om regelmatig het veld in te gaan en een aantal ganzen te schieten.

  5. Grauwe gans

    Trek naar ruigebieden (Flevoland, Friese IJsselmeerkust) gedurende de zomer (mei, juni, juli) van dieren o.a. uit Scandinavië Duitsland, Polen. ... Afschot van ganzen als populatiebeperkende maatregel is alleen effectief indien een groot aandeel van de populatie jaarlijks wordt geschoten. In grote populaties blijkt afschot tot op heden ...

  6. Grauwe gans

    Wet- en regelgeving. De grauwe gans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grauwe ganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grauwe gans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

  7. Ganzen

    Anatomie. Ganzen hebben een middellange hals en een krachtige kegelvormige snavel.Aan de bovensnavel zit een zaagrand. In vergelijking met de zwanen zijn ganzen kleiner en compacter. Ten opzichte van de halfganzen en de eenden zijn ze echter groter.. Volwassen vogels ruien alle slagpennen tegelijkertijd en kunnen daardoor ongeveer 1 maand niet vliegen.

  8. Daar zijn ze weer: de ganzen

    Ganzen. Nog niet in hele grote getalen, maar het worden er de komende tijd steeds meer. Grote groepen ganzen trekken namelijk ieder najaar vanuit de poolstreek naar ons land of verder zuidwaarts om te overwinteren. Vanaf november trekken de ganzen met miljoenen tegelijk vanuit bijvoorbeeld het noorden van Rusland of Lapland zuidelijker Europa ...

  9. Vogeltrek

    De vogeltrek is een massale vogelverhuizing die twee keer per jaar plaatsvindt, in het voorjaar en in het najaar. Miljoenen vogels reizen dan vele duizenden kilometers van hun broedgebied naar de overwinteringsgebieden of andersom. Veel soorten die je rond de Noordzee en Waddenzee kunt zien zijn trekvogels. Steltlopers, eenden en ganzen, die in het hoge noorden broeden en hun

  10. PDF De trek van verschillende populaties Grauwe Ganzen Anser anser door

    De trek van verschillende populaties Grauwe Ganzen Anser anser ... en overwinteringsgebieden van Grauwe Ganzen in NW-Europa (a) en de drie onderzoeksgebieden in Nederland (b). N

  11. Ganzen in Vlaanderen

    In Vlaanderen mogen grauwe ganzen, brandganzen en Canadese ganzen worden gedood. Ze mogen worden afgeschoten of gevangen en dan vergast onder de volgende voorwaarden 16 17: Canadese ganzen: het hele jaar door als gewone jacht of bijzondere jacht. Grauwe ganzen: van half juli tot eind januari als gewone jacht of bijzondere jacht.

  12. Doortrekkende en overwinterende ganzen in Nederland

    Aantalontwikkeling van ganzen in Nederland, uitgedrukt in het onderdeel van het Netwerk Ecologische aantal doorgebrachte gansdagen van oktober tot en met maart, onder- Monitoring. ... trek van Kolganzen in 1980 1986 1991 1996 2001 2006 Parallel aan de groeiende aantallen verdub- Nederland (midden, naar belde het aantal ganzenpleisterplaatsen in ...

  13. Kul of Kennis: Ganzen voorspellen vorst

    Ganzen weten niets van weersvoorspellingen. Het besluit om een grote trek te maken begint simpeler: ze hebben een hekel aan vorst. Ganzen slapen drijvend op meertjes. Als dat water bevriest wordt zo'n overnachting knap lastig. En wanneer de volgende ochtend ook nog eens hun favoriete grassprietjes bevroren blijken, houden ganzen het voor ...

  14. Vogeltrek

    Vogeltrek. Kraanvogels boven Marburg. Vogeltrek is de jaarlijkse seizoensgebonden migratie die veel vogels ondernemen. Hierbij broeden ze op de ene plek en overwinteren op een andere plek. Dit heeft als voordeel dat ze kunnen profiteren van gunstige weers- en voedselomstandigheden in hun overwintergebied, als het broedgebied 's winters te korte ...

  15. De trek van verschillende populaties Grauwe Ganzen Anser anser door

    De trek van verschillende populaties Grauwe Ganzen Anser anser door Nederland: verschillen in gebiedskeuze en timing in 1988 Jan Beekman See Full PDF Download PDF

  16. Grote Canadese gans

    Wet- en regelgeving. De grote Canadese gans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grote Canadese ganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grote Canadese gans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

  17. Vroege Vogels

    Dit zijn wat ezelsbruggetjes om het geluid van de belangrijkste Nederlandse ganzen te herkennen:Kolgans: overslaande stem Brandgans: keffers en blaffersRietg...

  18. Our history

    History. Wilde Ganzen means 'Wilde Geese' in Dutch. The Danish theologian-philosopher Søren Kierkegaard once described a wild goose that teaches a pair of tame geese to fly again. These tame geese had forgotten how. In his parable, Kierkegaard depicts wild geese to stick out their necks and take initiative.

  19. (PDF) Trekgedrag en overleving van Grauwe Ganzen Anser anser in de

    Ten- slotte worden tijdens de vleugelrui in juni Grauwe Ganzen gevangen en van een halsband voorzien, zodat hun ge- drag, verplaatsingen en overleving kun- nen worden onderzocht (van Turnhout et ...

  20. Berend VOSLAMBER

    Dit rapport beschrijft een deel van de werkzaamheden die in het kader van het onderzoeksproject "Populatiebeheer overzomerende (Grauwe) ganzen" in 2009 en 2010 zijn uitgevoerd.

  21. Wat WAARDEN te maken hebben met een GANZENBOEK, jouw ...

    De jaarlijkse trek van een groep ganzen is een bekend fenomeen dat vaak wordt gebruikt als metafoor voor teamwork, samenwerking en leiderschap. Om te ontsnappen aan de koude winter, vliegt een ...

  22. (PDF) A comparison of spring migration between three populations of

    spreiding in duur van de trek (d) range of duration of migration 20-63 9-41 31-39 gemiddelde afgelegde afstand (km) average migration distance 2964 c 2780 b 2324 a

  23. PDF Trekganzen

    Als gevolg van klimaatverandering en verandering van landgebruik verandert de trek van ganzen. Wetenschappers van de Rijksuniversiteit ... In uitwerpselen van ganzen komen de volgende stoffen voor: 1 cellulose 2 chlorofyl 3 urinezuur 2p 10 Schrijf de nummers 1, 2 en 3 onder elkaar en noteer erachter of de